Persoonlijkheidsvragenlijst Compact

De ACP Persoonlijkheidsvragenlijst Compact brengt jouw persoonlijke eigenschappen en voorkeursrollen helder in kaart.

 

Geef per vraag welke van de twee stellingen het beste of eventueel het minst slecht bij je past.

 

Geef daarbij zoveel mogelijk vlot en spontaan antwoord op de vraag.

    Je voor- en achternaam (verplicht)

    1:A: Ik zorg er steeds voor dat ik geen fouten maak.1:B: Ik ben blij dat ik al veel mensen heb kunnen helpen.

    2:A: Ik ben graag behulpzaam.2:B: Het is voor mij erg belangrijk om mijn persoonlijke doelen te bereiken.

    3:A: Ik hou ervan om zaken op een bijzondere en creatieve wijze aan te pakken.3:B: Ik weet altijd precies wat ik wil bereiken.

    4:A: Ik geniet enorm van een mooi schilderij, een beeldhouwwerk of een foto.4:B: Ik verdiep mij graag in lastige kwesties.

    5:A: Als ik een probleem heb, dan zet ik alles eerst rustig op een rij.5:B: Ik zie het altijd snel als er problemen dreigen.

    6:A: Ik voorkom liever problemen dan dat ik afwacht.6:B: Ik hou ervan om mensen te zeggen wat er moet gebeuren.

    7:A: Ik zie mezelf als iemand die van plezier maken houdt.7:B: Ik zie mezelf als een assertief en doortastend persoon.

    8:A: Ik uit mijn ongenoegen makkelijk bij onrechtvaardigheid.8:B: Ik blijf verstandig als anderen in mijn omgeving ruzie maken.

    9:A: Ik let sterk op details.9:B: Zo veel mogelijk persoonlijk succes hebben is erg belangrijk voor mij.

    10:A: Ik kan helemaal opgaan in een mooi boek of film.10:B: Het is voor mij belangrijk om mensen te helpen waar ik kan.

    11:A: Ik kijk vooral naar de leuke gebeurtenissen in het leven.11:B: Ik stel graag ambitieuze doelen en wil graag uitblinken.

    12:A: Anderen vinden mij een creatief persoon.12:B: Anderen vinden mij stipt en nauwkeurig.

    13:A: Ik doe graag dingen alleen.13:B: Ik ontmoet graag allerlei leuke, gezellige mensen.

    14:A: Ik zorg vaak voor de juiste taakverdeling in een groep.14:B: Ik bedenk vooraf goed wat er kan mislopen.

    15:A: Ik denk vaak aan leuke dingen doen.15:B: Ik zet mij in voor een wereld zonder ruzie en strijd.

    16:A: Ik wil dingen altijd foutloos doen.16:B: Ik word meestal wel emotioneel als ik aan vroeger denk.

    17:A: Ik houd van rust en stilte.17:B: Ik geef andere mensen vaak complimenten om hen weer op te beuren.

    18:A: Ik zeg het direct als ik het ergens niet mee eens ben.18:B: Ik neem niet snel een besluit maar overdenk alle opties.

    19:A: Ik ben wel een gevoelsmens.19:B: Ik zie altijd wel een positieve kant van de zaak.

    20:A: Ik heb graag de leiding.20:B: Als ik ergens op bezoek ben, dan observeer ik goed welke mensen er zijn.

    21:A: Ik wil graag dat duidelijk is wat iedereen moet doen.21:B: Bij meningsverschillen zijn er altijd wel twee kanten dus ik kies liever geen partij.

    22:A: Ik ben graag de beste.22:B: Ik wil zaken graag weten/begrijpen, ook al doe ik niet direct iets met die kennis.

    23:A: De leiding moet goed duidelijk maken hoe taken moeten worden uitgevoerd.23:B: Ik troost mensen graag.

    24:A: Mensen moeten elkaar proberen te begrijpen.24:B: Ik bereik mijn doelen graag door zaken slim aan te pakken.

    25:A: Ik heb een levendige fantasie.25:B: Eerlijkheid en vertrouwen in elkaar is het belangrijkste wat er is.

    26:A: Ik voel mij alleen op mijn gemak als er een goede sfeer is onder de mensen.26:B: Als ik iets niet weet dan zoek ik het op.

    27:A: Ik kan het moeilijk van mij afzetten als er iets mis is gegaan.27:B: Je moet opkomen voor anderen als zij worden benadeeld.

    28:A: Ik zeg het direct als mensen slecht werk leveren.28:B: Ik denk eerder aan anderen dan aan mijzelf.

    29:A: Je moet je afspraken en verplichtingen altijd nakomen.29:B: Mijn werk ziet er altijd onberispelijk uit, daar doe ik alles aan.

    30:A: Ik houd van kunst en cultuur.30:B: Ik ben in een groep meer bezig met anderen dan dat ik zelf probeer om op te vallen.

    31:A: Ik neem veel tijd om zaken te controleren/verbeteren.31:B: Ik doe vaak leuke dingen, ook als ik daar geen tijd voor heb.

    32:A: Ik kom op voor mijn familie/vrienden als zij worden lastig gevallen door anderen.32:B: Ik sta altijd voor anderen klaar.

    33:A: Succes hebben gaat voor leuke dingen doen.33:B: Ik heb iedere dag wel tijd nodig voor mezelf om na te denken.

    34:A: Ik vind eerlijkheid belangrijker dan winnen.34:B: Ik vecht voor de dingen waar ik in geloof en laat mij dan niet stoppen.

    35:A: Ik streef naar een harmonieus leven zonder strijd.35:B: Het is belangrijk om iets voor anderen te doen.

    36:A: Ik doe er alles aan om dingen foutloos te doen.36:B: Ik reageer altijd zo tactvol en beheerst als mogelijk.

    37:A: Als iemand agressief reageert dan bedenk ik waarom.37:B: Als iemand agressief wordt dan reageer ik direct terug.

    38:A: Ik doe een taak liever foutloos dan goed genoeg.38:B: Ik vind dat mensen meer vanuit hun idealen en dromen moeten leven.

    39:A: Ik ga in sociale contacten altijd op mijn gevoel af.39:B: Op een feestje zoek ik graag mensen op die er alleen bijstaan.

    40:A: Als mensen ruzie hebben, dan sus ik de boel vaak.40:B: Ik praat op een feestje altijd met iedereen.

    41:A: Ik rond opdrachten graag snel en effectief af.41:B: Ik begin vaak aan iets nieuws terwijl ik iets anders nog moet afmaken.

    42:A: Als ik gelijk heb dan geef ik nooit toe.42:B: Ik geef anderen pas gelijk als ik heb onderzocht hoe het zit.

    43:A: Ik denk altijd dat het wel goed komt.43:B: Ik wil niet steeds mensen in mijn buurt, dat maakt me onrustig/gestrest.

    44:A: Ik neem makkelijk de leiding in een groep.44:B: Ik check vaak of ik echt niets vergeten ben.

    45:A: Als ik iets ga doen, dan denk ik goed na over de gevaren/risico's.45:B: Ik geef anderen liever gelijk dan dat wij ruzie krijgen.